Parkeerplaats voor mensen met een handicap
Voorbehouden parkeerplaatsen op de openbare weg aan gebouwen, toegankelijk voor het publiek en voor zover die gebouwen niet over een privé-parkeerterrein beschikken dat voor het publiek toegankelijk is, zijn mogelijk wanneer mensen met een handicap zich dagelijks of zeer geregeld naar dergelijke plaatsen begeven (bv. verzorgingsinstellingen voor gehandicapten, gehandicaptenverenigingen, …).
Er worden geen openbare voorbehouden parkeerplaatsen voorzien aan gebouwen die wel toegankelijk zijn voor het publiek maar slechts occasioneel door mensen met een handicap bezocht worden (bv. post, station, …) tenzij bijzondere schikkingen genomen zijn om een goede toegankelijkheid te verzekeren en voor zover het gebouw niet beschikt over een privé- parking die voor het publiek toegankelijk is.
Aanvragen tot het voorbehouden van een parkeerplaats in de nabijheid van de woning of werkplaats van een persoon met een handicap moeten onderzocht worden, rekening houdende met volgende aandachtspunten:
- de woon- of werkplaats beschikt niet over een garage of privé-parking;
- de aanvrager bezit een voertuig of wordt vervoerd door iemand die bij hem inwoont;
- het bezit van een speciale parkeerkaart is verplicht;
- wanneer de verkeersstroom niet ernstig gehinderd wordt;
- er is geen voorbehouden parkeerplaats binnen de 50 m;
- de aanvrager heeft een hulpmiddel nodig om zich te verplaatsen.
Wanneer de persoon geen auto heeft maar zich regelmatig laat vervoeren door iemand die niet bij hem inwoont, kan er overwogen worden om een parkeerverbod te plaatsen. Zo kan de persoon met handicap vlot - in en uitstappen.
Parkeerkaart voor mensen met een handicap
De parkeerkaart voor mensen met een handicap kan onder bepaalde bijzondere voorwaarden door de FOD Sociale Zekerheid uitgereikt worden aan:
- de personen die door een blijvende invaliditeit van ten minste 80 % getroffen zijn;
- de personen die getroffen zijn door een blijvende invaliditeit die rechtstreeks toe te schrijven is aan de onderste ledematen en ten minste 50 % bedraagt;
- de personen die volledig verlamd zijn aan de bovenste ledematen of bij wie deze geamputeerd zijn;
- de personen wier gezondheidstoestand aanleiding geeft tot een vermindering van de graad van zelfredzaamheid met ten minste 12 punten, bepaald overeenkomstig de handleiding en de schaal die van toepassing zijn in het kader van de wetgeving betreffende de tegemoetkomingen aan Personen met een handicap;
- de personen wier gezondheidstoestand aanleiding geeft tot een vermindering van zijn verplaatsingsmogelijkheden met ten minste twee punten, bepaald overeenkomstig de handleiding en de schaal die van toepassing zijn in het kader van de wetgeving betreffende de tegemoetkomingen aan Personen met een handicap;
- de kinderen die beantwoorden aan het criterium van ten minste twee punten voor de categorie « Mobiliteit en verplaatsing », pijler 2.3 van de medico-sociale schaal in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002;
- de kinderen met minstens 80% invaliditeit.
- de burgerlijke en oorlogsinvaliden met minstens 50 % oorlogsinvaliditeit.
Aanvraagprocedure
Gebeurt via de gemeentelijke overheid, het ziekenfonds of rechtsreeks bij de FOD Sociale Zekerheid, Directie-generaal Personen met een handicap.
De behandelingstermijn (onderzoek en fabricatie) bedraagt 4 weken indien de aanvrager reeds een geldige medische erkenning heeft bij de Directie-generaal Personen met een handicap of bij een andere officiële instantie.
Wanneer de aanvrager nog geen geldige medische erkenning heeft dient er eerst een medisch onderzoek georganiseerd te worden waardoor de behandelingstermijn kan oplopen tot gemiddeld 4 maanden.
Geldigheidsduur
De kaart die na 30 september 2005 wordt afgeleverd, is van onbepaalde duur, behalve indien de medische erkenning, waarop de aflevering steunt, beperkt is in de tijd. In dit geval stemt de geldigheidsduur van de kaart overeen met de periode gedekt door de medische erkenning.
Terugzenden van kaart
Indien het motief dat het bezit/gebruik rechtvaardigt wegvalt, dient de kaart door de titularis teruggestuurd te worden naar de FOD:
Directie-generaal Personen met een Handicap Administratief Centrum Kruidtuin
Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 150
1000 Brussel
In geval van overlijden van de titularis moet de kaart binnen de dertig dagen door de nabestaanden terugbezorgd worden aan de FOD.
Gebruik van de kaart
De speciale kaart voor mensen met een handicap is strikt persoonlijk en mag alleen gebruikt worden wanneer:
- De titularis zelf het voertuig dat geparkeerd wordt bestuurt, of
- De titularis in het voertuig zit dat geparkeerd wordt.
Bijkomende rechten van de parkeerkaart
De beperkingen van de parkeertijd gelden niet voor voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap en wanneer de speciale parkeerkaart wordt gebruikt.
De speciale kaart vervangt de parkeerschijf wanneer het gebruik ervan verplicht is.
Op plaatsen met parkeermeters of parkeerautomaten gebeurt het (betalend) parkeren op de wijze en onder de voorwaarden die op deze toestellen vermeld zijn.
In de meeste steden en gemeenten zijn de gehandicapten met een parkeerkaart vrijgesteld van betaling of retributie maar dit dient expliciet vermeld te zijn op de parkeermeters en –automaten!